In de betreffende zaak had een belastingplichtige die zelf werkzaam was in de autobranche geen bijtelling toegepast. De Belastingdienst corrigeerde zijn aangiften inkomstenbelasting over de betreffende jaren met zo’n €21.000 aan navorderingen plus ruim €2.650 aan vergrijpboetes.
Als de aangifte zodanig wordt ingevuld dat er te weinig belasting wordt betaald en er sprake is van ‘grove schuld’, kan de inspecteur een vergrijpboete opleggen. De inspecteur moet dan wel bewijzen op grond van welke feiten en omstandigheden hij heeft aangenomen dat er sprake is van grove schuld. Daarnaast moet de inspecteur bewijzen dat deze feiten en omstandigheden buiten redelijke twijfel zijn komen vast te staan.
De inspecteur stelde dat het voor degenen die werkzaam zijn in de autobranche van algemene bekendheid is dat voor een ter beschikking gestelde auto een bijtelling geldt vanwege het privé gebruik, tenzij er met de auto niet meer dan 500 kilometer privé wordt gereden. Nu belastingplichtige geen kilometerregistratie had bijgehouden en geen bijtelling had aangegeven, was hij ernstig nalatig geweest. Hij had moeten begrijpen dat hierdoor te weinig belasting zou worden geheven, aldus de inspecteur.
De rechtbank is echter van oordeel dat het gestelde niet van algemene bekendheid is. De inspecteur had de grove schuld niet op een andere wijze onderbouwd. De rechtbank is daarom van oordeel dat de grove schuld van de belanghebbende niet is gebleken. De rechtbank schrapt de boetes dan ook.